Daar lig ik. Op mijn rug op de yogamat. Niet op mijn eigen yogamat want die durfde ik niet uit haar tas te halen, omdat ik zag dat er al yogamatjes voor ons – de cursisten – klaar waren gelegd. Petroleumkleurige matjes op een gladde grenen vloer. Eerste lesje hè, dan pas je je aan. Al had ik mezelf nog zo beloofd om dat niet meer te doen. Gewoon, onbevreesd mezelf zijn. Dat lukt dus nog niet zo goed. Voor het groepsgevoel kan het beter zijn je wel aan te passen, las ik laatst ergens, dus misschien is het toch niet zo erg.
‘Op de volgende uitademing kom je weer omhoog.’ Snel in en dan weer uit. Ik mag omhoog komen. Mijn ademhaling loopt niet synchroon met die van de juf en haar bewegingen. Maar goed dat ik een yogales neem, denk ik bij mezelf.
Ineens komen daar de balansoefeningen, ik sta rechtop als een boom en buig naar voren als een vliegtuig. Zelfs op mijn andere been verlies ik mijn evenwicht geen seconde. Dit geeft zelfvertrouwen. Mijn ademhaling gaat precies zoals de juf het zegt. Ik ben haar zelfs telkens voor wanneer ze de volgende houding voorstelt. Ik kom uit het vliegtuig, schudt mijn benen even los en ga natuurlijk door naar de stoelhouding. Een glimlach vormt zich rond mijn lippen en ik weet dat dit precies is waar ik moet zijn.
‘Trek je knieën omhoog, houd je voeten plat op de grond. Bij je volgende ademhaling leg je je linkerenkel op je rechterknie.’ Ik voel de stretch en tegelijkertijd beweegt er iets in mijn ooghoek. Ik kijk ernaar en zie de mug die ik zojuist al verder weg had zien vliegen. Ik volg hem, open mijn hand en zonder dat iemand het hoort of ziet, knijp ik hem fijn.
‘Je blik volgt je rechterhand.’
Naast me zie ik zijn lijk liggen. Pootjes in de lucht. Best vredig, alleen zijn ademhaling blijft uit.
Geef een reactie